Zalig wie de hoop niet verliezen

Onderstaande tekst is de officiële boodschap van paus Leo XIV voor de vijfde Werelddag voor Grootouders en Ouderen, die wereldwijd wordt gevierd op 27 juli 2025. Ze werd geschreven in het kader van het Jubeljaar, waarvan het thema luidt: Jezus Christus, onze hoop. Paus Leo roept op tot hernieuwde aandacht en waardering voor ouderen, die door hun levenservaring en geloof dragers zijn van hoop. Zijn boodschap is een warme, bemoedigende uitnodiging om de ouderdom te erkennen als een tijd van zegen en innerlijke kracht.

Dierbare broeders en zusters,

Het Jubeljaar dat we momenteel vieren, helpt ons te beseffen dat hoop op elke leeftijd een bron van vreugde blijft. Wanneer die hoop bovendien gelouterd is door een lang leven, wordt ze een diepe en blijvende vorm van geluk.

De Heilige Schrift toont ons vele mannen en vrouwen die op latere leeftijd geroepen werden om deel te nemen aan Gods heilsplan. Abraham en Sara, al oud, konden moeilijk geloven dat God hun nog een kind beloofde. Hun kinderloosheid leek elk toekomstperspectief af te sluiten.

Zacharias reageerde op soortgelijke wijze toen de geboorte van Johannes de Doper werd aangekondigd: “Hoe kan dat gebeuren? Ik ben immers een oude man en mijn vrouw is al op jaren” (Lc 1,18). Ouderdom, onvruchtbaarheid en lichamelijke aftakeling lijken hoop op leven en vruchtbaarheid in de weg te staan. De vraag van Nicodemus aan Jezus – “Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?” – klinkt bijna als een retorische bedenking (vgl. Joh 3,4). Toch verrast de Heer ons telkens wanneer wij denken dat er geen verandering meer mogelijk is. Hij blijft handelen met reddende kracht.

Ouderen, tekenen van hoop

In de Bijbel zien we herhaaldelijk hoe God zich wendt tot mensen op gevorderde leeftijd. Niet alleen Abraham, Sara, Zacharias en Elisabet, maar ook Mozes werd pas op tachtigjarige leeftijd geroepen om zijn volk te bevrijden (vgl. Ex. 7,7). Zo maakt God ons duidelijk dat de ouderdom in zijn ogen een tijd van genade en zegen is. De ouderen zijn voor Hem de eerste getuigen van de hoop. Augustinus stelt de vraag: “Wat is ouderdom?” en hij laat God zelf antwoorden: “Laat je kracht afnemen, zodat mijn kracht in jou blijft, en je met de Apostel kunt zeggen: ‘Wanneer ik zwak ben, ben ik sterk’” (Super Ps. 70,11).

De groeiende aanwezigheid van ouderen is een teken des tijds dat we aandachtig moeten leren verstaan. Het leven van Kerk en samenleving voltrekt zich in de doorstroom van generaties. Ouderen omarmen helpt ons beseffen dat het leven meer omvat dan het ogenblik zelf, en niet verloren mag gaan in vluchtige contacten of oppervlakkige relaties. Het leven wijst altijd vooruit, naar de toekomst. In Genesis lezen we hoe de oude Jakob zijn kleinkinderen zegent – de zonen van Jozef. Zijn woorden zijn doortrokken van hoop, gericht op de vervulling van Gods beloften (vgl. Gen. 48, 8-20).

De kracht van jongeren heeft de ervaring van ouderen nodig, zoals omgekeerd de kwetsbaarheid van ouderen gedragen mag worden door de jeugd. Grootouders zijn voor velen onder ons levende voorbeelden geweest van geloof, plichtsbesef, volharding en burgerzin. Hun liefdevolle erfenis blijft een bron van dankbaarheid, en spoort ons aan trouw te blijven aan de hoop die zij hebben doorgegeven.

Tekenen van hoop voor ouderen

Vanaf het begin werd het Jubeljaar gevierd als een tijd van bevrijding: slaven werden vrijgelaten, schulden werden kwijtgescholden, land werd teruggegeven aan wie het toebehoorde. Het sociale evenwicht, zoals God het bedoelt, werd hersteld. Jezus verwijst naar deze geest van bevrijding wanneer Hij in de synagoge van Nazaret het goede nieuws verkondigt aan de armen, de blinden uitzicht geeft en vrijheid aankondigt voor gevangenen en onderdrukten (vgl. Lc. 4,16–21).

Wanneer we in dit Jubeljaar naar ouderen kijken, voelen we ons geroepen om hen bevrijding te brengen – vooral van eenzaamheid en verwaarlozing. Dit jaar biedt daarvoor een unieke kans. Gods trouw aan zijn beloften laat ons zien dat ook de ouderdom een eigen zegen in zich draagt: een evangelische vreugde die ons uitnodigt om de muren van onverschilligheid te doorbreken waarin zoveel ouderen opgesloten zitten. Overal ter wereld dreigen onze samenlevingen steeds meer gewend te raken aan het opzijschuiven van deze rijke en kostbare levensfase.

Daarom is er een nieuwe houding nodig, zichtbaar in een concrete inzet van heel de Kerk. Elke parochie, vereniging en kerkelijke gemeenschap is geroepen mee te werken aan een “revolutie” van dankbaarheid en zorg. Denk aan regelmatige bezoeken aan ouderen, het opbouwen van netwerken van gebed met en voor hen, en het aangaan van echte relaties die hoop en waardigheid herstellen. Christelijke hoop maakt ons nooit passief; ze wekt verlangen naar een andere wereld. Ook nu spoort zij ons aan te bouwen aan een samenleving die ouderen opnieuw erkenning en genegenheid schenkt.

Precies daarom heeft paus Franciscus deze Werelddag in het leven geroepen met de wens dat zij in de eerste plaats wordt gevierd door ouderen op te zoeken die alleen leven. Wie in dit Heilig Jaar niet naar Rome kan komen, kan eveneens de Jubelaflaat verkrijgen “door gedurende een passende tijd een bezoek te brengen aan een eenzame oudere… en zo, als het ware, een pelgrimstocht te maken naar Christus die in hen aanwezig is” (vgl. Mt 25, 34-36; Apostolische Penitentiarie, Normen voor de verlening van de Jubelaflaat, III). Een oudere bezoeken is een ontmoeting met Christus, die ons bevrijdt van onverschilligheid en van ons isolement.

Ouderen mogen blijven hopen

Het boek Wijsheid van Jezus Sirach zegt: ‘Zalig wie de hoop niet verliest’ (vgl. Sir. 14,2). Na een lang leven voelen we soms meer verbondenheid met het verleden dan met de toekomst. Toch schreef paus Franciscus tijdens zijn laatste ziekenhuisverblijf: “Onze lichamen zijn zwak, maar niets belet ons om lief te hebben, te bidden, ons te geven, er te zijn voor elkaar in geloof, als lichtende tekenen van hoop” (Angelus, 16 maart 2025). We bezitten een vrijheid die geen enkele beproeving ons kan ontnemen: de vrijheid om lief te hebben en te bidden. Iedereen, altijd, kan liefhebben en bidden.

Onze genegenheid voor wie we liefhebben – voor de man of vrouw met wie we ons leven deelden, voor onze kinderen, voor onze kleinkinderen die onze dagen opfleuren – verdwijnt niet als onze krachten afnemen. Vaak is het net hun genegenheid die ons nieuwe moed en troost schenkt.

Deze tekenen van levende liefde, geworteld in God zelf, geven ons de kracht om verder te gaan. “Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke wordt van dag tot dag vernieuwd” (2 Kor. 4,16). Laten wij, naarmate we ouder worden, met vertrouwen voortgaan in de Heer. Moge ons leven dagelijks vernieuwd worden in het gebed en in de Eucharistie. Laten we het geloof dat ons gedragen heeft blijven doorgeven: in onze gezinnen, in ons dagelijks contact met anderen. Laten we God prijzen om zijn goedheid, de band met onze dierbaren koesteren, openstaan voor wie veraf leeft, en ons hart openen voor wie hulp nodig heeft. Zo worden wij, op elke leeftijd, getuigen van hoop.

Vaticaanstad, 26 juni 2025

Bron: Vatican-news

Gebed voor de Werelddag van Grootouders en Senioren

Gelukkig is de mens die de hoop niet verliest (Sir 14, 2)

Hoe mooi zijn deze woorden, Heer!
Help ons om onze pelgrimstocht doorheen de tijd verder te zetten,
vervuld van de hoop die Gij ons geeft!
Help ons om in deze verdeelde wereld
hoop te brengen op verbondenheid.
Help ons om in deze wereld die verscheurd is door oorlogen
hoop te brengen op vrede.
Help ons om in deze vaak onmenselijke wereld
de schoonheid van een oude glimlach te laten zien.
Help ons om voor onze kleinkinderen, geliefden en allen die wij ontmoeten
een levend teken te zijn van uw tederheid.
Help ons om in een wereld die zich van U heeft afgewend,
hoop te brengen op nieuw leven dat Gij alleen kunt geven.

Want in U, Heer, gaat niets verloren.
Want in U, Heer, begint alles opnieuw!

Amen.

(c) Canva