Van St.-Jan Berchmans tot Dorpslinde – deel 1

Van St.-Jan Berchmans tot Dorpslinde – deel 1

19 november 2020 Uit Door decaproen@hotmail.com

De eerste jaren: wel en wee van een schooltje, klein in omvang, maar groot in opvoeding en onderwijs

In VBS De Dorpslinde zijn momenteel verbouwingswerken aan de gang. De oude kloostergebouwen in de Dorpsstraat worden omgebouwd tot nieuwe lokalen voor de kleuterafdeling. Ook de directie en de administratie worden er ondergebracht. Er wordt een nieuwe vleugel toegevoegd en achteraan komt een nieuwe polyvalente zaal. Dit vonden we een goeie aanleiding om de geschiedenis van ‘De Dorpslinde’ eens onder de loep te nemen. In dit eerste deel belichten we de zusterschool en de oprichting van de jongensschool, doorspekt met getuigenissen en leuke anekdotes van leerkrachten van toen.

De zusterschool
In 1886 startten de zusters van de Heilige Vincentius uit Kortemark met de bouw van een klooster en kapel en drie klaslokalen in Bredene-Dorp, die eind januari 1887 in gebruik genomen worden. De zusterschool omvatte een kleuterschool en een lagere meisjesschool. In 1900 betekent een nieuw gebouwd klaslokaal meteen de start om ook jongens toe te laten in de school, maar dit wordt in 1901 al weer afgeschaft. Tot nu toe bestond er in ’t Dorp geen vrije basisschool voor jongens. Na de kleuterklas gingen die automatisch naar de gemeenteschool. De meisjes bleven bij de zusters. Naast het schoolgebouw werd in tussen 1925 en 1928 een patronaatzaal opgetrokken met onder meer een toneelzaal en bibliotheek die, na grondige renovatiewerken in 1983, als parochiaal centrum ingericht wordt en voortaan als ‘de Cappelrie’ gekend wordt. Na de oprichting van de patronaatzaal werden de oude klassen tussen het kloostergebouw en de patronaatzaal afgebroken en vervangen door een nieuw gebouw met verdiep en zolder. Maar nu lopen we even vooruit…

Politieke beroering
Halfweg de jaren vijftig doet de schoolstrijd, die op dit ogenblik het Belgische politieke en sociale leven verscheurde, zijn intrede in Bredene. In 1955 aanvaardt de gemeenteschool na de paasvakantie enkele meisjes die daarvoor naar de zusterschool gingen. Als reactie hierop vraagt zuster Euphrasie, toenmalig schoolhoofd, de toelating om vanaf 1 september de jongens uit de derde kleuterklas te behouden en zo van de meisjesschool een gemengde school te maken. Oorspronkelijk wordt dit voorstel door de bevoegde instanties afgewezen. Uiteindelijk krijgt de zuster, mede dankzij de inspanningen van toenmalig onderpastoor André Inghelbrecht, van het bisdom en het hoofdklooster het verlossende fiat om met een jongensklas te starten. In mei van datzelfde jaar zien we Herman Wyntin een eerste maal ten tonele verschijnen wanneer hij zich aanbiedt om als onderwijzer te fungeren in de op te richten jongensklas. Zuster Euphrasie gaat hier echter niet op in omdat ze niet weet of haar opzet zal slagen.

De jongensklas
De katholieke gemeenschap van ’t Dorp is vast besloten de geplande jongensklas te bevolken. Tijdens de grote vakantie bezoeken de zusters de ouders van de kinderen uit de derde kleuterklas. Anderen proberen dan weer sommige katholieke ouders met schoolgaande kinderen te bepraten. Voor veel ouders is de keuze niet eenvoudig. Op sommigen onder hen wordt sterke politieke druk uitgeoefend. Uiteindelijk besluiten verscheidene ouders hun jongen, die vorig schooljaar de gemeenteschool bezocht, voortaan naar de vrije school te zenden, in eerste instantie naar de vrije jongensschool van ’t Sas of naar die van de Duinen.

Maar ook de politici zijn onder de vakantie niet werkeloos gebleven. Nog voor de start van het nieuwe schooljaar besluit het schepencollege het aannemingscontract te verbreken – als vrije katholieke school was de zusterschool immers bij besluit door de gemeente ‘aangenomen’ op 1 oktober 1953 – wat betekende dat de gemeente niet langer in de nodige toelagen voorzag. Ook de andere vrije scholen in Bredene werden door deze beslissing getroffen. Ondanks alle politieke beroering start de jongensklas op 1 september 1955. Twee onderwijzeressen ontfermen zich over de 17 jongens. De zusterschool wordt spontaan financieel gesteund door de parochie en vele dorpelingen.

Schets van de eerste klaslokalen van de jongensschool in Bredene-Dorp © MV

Sint-Jan Berchmans
Op 3 september 1956 gaat de jongensklas haar tweede jaar in, nu met meester Herman. Tijdens de grote vakantie van 1957 vinden noodzakelijke veranderingswerken plaats. Er komt een tweede leslokaal voor de jongens en zij krijgen ook een eigen speelplaats die grenst aan de tuin van de zusters.

“Tijdens de speeltijd mochten onze jongens met de bal spelen. Onze speelplaats was aangelegd op de helft van de moestuin en was afgescheiden door een draadafsluiting. Nu gebeurde het regelmatig dat de bal in de tuin van de zusters terechtkwam. Telkens moest één van ons vragen de bal terug te werpen. De zusters vonden dit niet altijd even leuk en op een bepaalde keer werd zuster Maria kwaad en foeterde ze de leerlingen uit. Gelukkig heeft de zuster zich hier na een tijdje mee verzoend.” (Herman Wyntin)

Eind augustus wordt de nieuwe jongensschool plechtig ingehuldigd en spreken we voortaan van de Vrije Lagere School Sint-Jan Berchmans. Herman Wyntin wordt het schoolhoofd. Reeds vanaf het eerste jaar gebeuren heel wat activiteiten voor de meisjes- en jongensschool samen en zo wordt de historiek van de jongensschool voor een stuk ook die van de meisjesschool. Verdere uitbreiding lijkt noodzakelijk en zo start het nieuwe schooljaar in 1959 met een derde klas en doet meester Karel Fischer zijn intrede. Het doel is bereikt: de ‘kleine school’ wordt een volledige lagere school met zes leerjaren, verdeeld over drie klassen. Karel geeft meteen een leuke anekdote mee:

“We zaten net binnen in de klas en een jongen stak zijn vinger op. Meester, ik moet sebiet naar het fetrek, want ik heb de schiete. Maar jongen, dat zeg je toch zo niet. Het is niet het fetrek, maar de WC of het toilet, en je hebt diarree en niet de schiete en het is niet sebiet, maar meteen of snel. Kom zeg het eens op de juiste manier. En de jongen zegde: Meester, mag ik naar de …euh.. ABC, want ik heb euh…da, euh …ar, euh… di, euh… diarree. Perfect  jongen ga maar meteen. ’s Anderendaags was het niet beter met de jongen. Meester, mag ik weer snel naar het …euh… palet, want ik heb nog altijd de…  euh…  arridee. Ik maakte geen opmerkingen. De jongen mocht er meteen naartoe.” (Karel Fischer)

Groeiende samenwerking

Het is in de tijd van de ‘cuisenaire’ – het rekenen met staafjes – en de vele Vlaamse Kermissen, om geld in het laatje te krijgen, dat Germain Demuynck in 1961 de schoolpoort binnenwandelt en er het 1e en 2e leerjaar onder zijn hoede krijgt. In de jaren die volgen zouden verschillende verbeteringswerken aan het gebouwtje plaatsvinden. Ondertussen wordt zuster Euphrasie als schoolhoofd van de meisjesschool opgevolgd door zuster Marie-Amata.

Bij de start van het schooljaar in 1965 ziet de toekomst van de school er even minder rooskleurig uit als slechts drie leerlingen zich inschrijven in het eerste leerjaar.

“We hadden in dat jaar slechts 55 leerlingen. Voor de inspectie is dat kantje boord om drie klassen te behouden. We waren bang een leerkracht te verliezen. Toeval wil dat wanneer de inspecteur eind september langskomt er slechts 54 leerlingen aanwezig zijn.
Een moeder was met haar jongen weggetrokken, maar beloofde met klem te zullen terugkeren. We brachten de man hiervan op de hoogte. Ook de pastoor, voorzitter van het schoolcomité, bevestigde het verhaal. De inspecteur was bereid de telling uit te stellen. Toen hij een tweede keer terugkwam was die leerling wel aanwezig en zo behaalde onze school de norm van 55 leerlingen, goed voor drie klassen. Ons schooltje was gered.”
(Herman Wyntin)

Vanaf 1966 illustreren de jaarlijkse schoolreizen ondertussen de groeiende samenwerking tussen de jongens- en de meisjesschool.

Op 15 mei 1973 beslist de Inrichtende Macht de meisjes- en de jongensschool vanaf 1 september van datzelfde jaar samen te voegen tot één Vrije Lagere Gemengde en Kleuterschool. De vruchtbare samenwerking tussen de beide scholen is na een jarenlange groei tot eenheid gerijpt.

(Johan Vervaeke)

Bronnen
Schets over het ontstaan en het leven van de Sint-Jan Berchmansschool van Bredene-Dorp, 1980 (Herman Wyntin)
Delepiere, Anne Marie; Devooght, Kristien; Gilté, Stefanie; Vanneste, Pol: Klooster en schoolgebouw [online]

Het klooster van Bredene-Dorp (collectie Dennis Goes)