Mensen in de kijker – interview met Paul Dhondt
Paul Dhondt woont op de Vuurtorenwijk, maar is al ruim 25 jaar lid van de kerkfabriek van de Sint-Petrus-en-Paulusparochie in Oostende-Centrum. Benieuwd naar het ‘hoe en waarom’ zochten wij hem op.
Paul Dhondt en zijn echtgenote Diane Billiet verhuisden in december 1999 van hun appartement in de Ooststraat in Oostende naar een nieuwe stek in de Bakboordstraat, een rustige, doodlopende straat in de villawijk tussen de Stroombanklaan en de Taboralaan op de Vuurtorenwijk. Allebei afkomstig uit Brugge kwamen zij in Oostende terecht toen Diane, die apotheker is, na het faillissement van SEO in de jaren ’80 de apotheek van “de Coo” in de Ooststraat overnam. Ze betrokken het appartement boven de apotheek. Daar groeiden hun vier kinderen op, drie zonen en een dochter.
Intussen zijn de kinderen de deur uit. Zoon Karel werd grafisch kunstenaar en doceert animatiefilm in de Kunstacademie van Brugge. Dochter Liesbet is administratief manager van Casa da Musica, een privéschool voor gitaaronderricht op de Oostendse Groentenmarkt, en voor nog drie gelijkaardige instellingen in Antwerpen, Kortrijk en Gent. De oprichter en muzikaal verantwoordelijke van deze vier initiatieven is haar echtgenoot Antony Reynaert. De tweede zoon Wim stapte min of meer in de voetsporen van zijn moeder en studeerde voor apotheker. Hij slaagde recent in de examens van een driejarige universitaire opleiding tot ziekenhuisapotheker. Hij werkt nu zijn thesis af en werkt intussen in het Palfijnziekenhuis te Gent.
De jongste zoon Bart tenslotte woont in Laken en is sinds 2018 schepen van mobiliteit, openbare werken en parkeerbeleid van de stad Brussel. De vier kinderen zorgden intussen voor 7 kleinkinderen, en er is nog een achtste op komst.
Drie jaar geleden startte Diane een apotheek op de Vuurtorenwijk.
P. Dhondt: “Wij hebben hier altijd graag gewoond, maar hadden toch ervaren dat wonen boven de apotheek zeker ook zijn voordelen had. Daarom besloten wij de apotheek naar de Vuurtorenwijk over te brengen, dicht bij onze woonst. In 2019 was het zover en ging de nieuwe zaak open in de Stroombanklaan vlakbij de Carrefour.”
El Mar
De apotheek was nooit het werkterrein van Paul, hij kwam in de bouwsector terecht.
P. Dhondt: “Mijn beroepskeuze was eigenlijk niet abnormaal, want mijn vader was bouwondernemer in Brugge. Daar ben ik ook geboren in 1954 en ik groeide er op samen met nog twee zussen en een broer die priester werd. De eerste 4 jaar humaniora volgde ik bij “de frères” in Brugge, in het Sint-Franciscus-Xaveriusinstituut. Voor de laatste twee jaar wetenschappelijke A stuurde mijn vader me op internaat in het St Amandusinstituut te Gent, waar hij zelf zijn opleiding had genoten.” Glimlachend voegt hij er aan toe: “Hij was blijkbaar van oordeel dat mij wat meer discipline moest bijgebracht worden”.
P. Dhondt vervolgt: “Daarna trok ik voor 4 jaar naar Mechelen om er voor industrieel ingenieur te studeren aan het De Nayerinstituut. Na het behalen van mijn diploma ging ik aan de slag in de bouwfirma van mijn vader.”
Na enkele jaren in het familiebedrijf gewerkt te hebben, was hij aan andere uitdagingen toe. Hij ging aan de slag als projectleider bij de aanleg van wegen, bruggen… Ook riolen, zoals in de Breendonklaan in Bredene waar zijn ploeg buizen van 2 meter diameter 7 meter diep in de grond moest stoppen.
Hoe kwam hij dan uiteindelijk in het kerkbestuur van de Sint-Petrus-en-Paulusparochie terecht?
P. Dhondt: “Ik was ook verantwoordelijk voor bouwprojecten van appartementsgebouwen. Op een dag kocht de firma waar ik werkte het gebouw van de oude parochiezaal El Mar in het stadscentrum van Oostende. Daar moest een appartementencomplex komen met op de benedenverdieping een nieuw parochiaal centrum. Ik werd als projectleider aangeduid. Zo kwam ik in contact met toenmalig deken Jozef Desseyn. Wij lagen elkaar wel, en zo kwam van het één het ander: in juli 1996 werd ik lid van het kerkbestuur. In 2012 moest er een nieuwe secretaris worden aangesteld. Er was niet onmiddellijk een kandidaat voor de job… en was ik tenslotte de “Chinese vrijwilliger”.
Na vele stressvolle jaren werkzaamheid in de bouw, met lange dagen en veel weg van huis, was het tijd om het roer om te gooien. In 2012 ging Paul aan de slag als hoofd van de technische dienst van de luchthaven van Oostende. Daar bleef hij actief tot zijn pensionnering in 2014. Zich vervelen is er evenwel nog niet bij: hij vindt nog volop zijn bezigheid in de tuin, met de kleinkinderen of… in de kerkfabriek van “de grote kerke”.
(L. Coulier)