Fred Mannaerts, actief in de Wereldwinkel

Fred Mannaerts, actief in de Wereldwinkel

14 oktober 2018 Uit Door decaproen@hotmail.com

In Waregem geboren in 1946, na 3 jaar naar Vichte verhuisd, dan na 3 jaar naar Tielt, waar we 6 jaar bleven, vervolgens naar Kapellen bij Antwerpen, waar mijn ouders bleven wonen. Een groot deel van het gezin – ik heb 3 zussen en 4 broers, leeft nog steeds in Kapellen of omstreken.

In Tielt had ik mijn lager onderwijs, in Don Bosco Hechtel het middelbaar, in Don Bosco Groot Bijgaarden noviciaat en filosofie, in Burundi 2jaar en en half mijn ‘probatie’: een loopbaan als salesiaan werd uitgeprobeerd in de school te Ngozi, wat na 2,5 jaar zag ik salesiaan zijn niet als mijn toekomst.

Als jongere was ik actief in de Chiro, mijn oudste broer had in Kapellen de Chiro mee opgestart, samen met de familie Beersmans eveneens uit Kapellen. Zolang als er een Beersmans – Mannaerts was, was die in de Chiro die een tiental jaren redelijk bloeide. Daarnaast was ik tijdens de vakantiemaanden actief op de speelpleinen van Antwerpen, Schoten, waar ik 6 jaar trouw met mijn acties heb bijgestaan.

Als jongere nam ik eveneens deel aan het jongerenblad van Broederlijk Delen, de oplage van Kapellen en omstreken, nam eveneens een groot deel van de jongeren missen voor mijn rekening, werd ingeschakeld in de vormsel catechese.

Als hobby had ik voornamelijk het onderhoud van vaders bos, bomen werden  gekapt, gezaagd, opgestapeld, alles met de hand, soms werden broers gevraagd voor een helpende hand wanneer de bomen werden neergehaald, echter steeds dode bomen. Daarnaast had ik ook de handbal ontdekt en liep mee met Korfbalclub Kapellen.

In 1977 trad ik in het huwelijk met Anne Depreter, lerares, in 1978 werd onze zoon Stefaan geboren, in 1980 betrokken we ons eerste huis Hoevenen. In 1991 stierf mijn vrouwtje aan borstkanker, in 1996 trouwde ik met Marie-Jeanne Delanote, die ik zomaar tegenkwam in Antwerpen, Groenplaats, tijdens de warme dagen van juli 1995.

Mijn inkomsten kreeg ik van de Kredietbank, die me op allerlei plaatsen te werk stelde, in kantoren en hoofdgebouw, in Antwerpen en Brussel. Op 57 jarige leeftijd vond ik, steeds maar naar Brussel treinen, genoeg voor mij, en vroeg eerst 80% loopbaan aan, vervolgens vervroegd pensioen op 58 jaar. Mijn vrije tijd werd vlug ingevuld: ik kon onmiddellijk aan de slag in de Madonna, huis van de Ark waar mijn 2e echtgenote mee begonnen was in 1974 en toen – 2004 – reeds 4 huizen mee geopend in Boechout, Mortsel en Brugge.

Samen met mijn echtgenote trok ik ook naar het technisch onderwijs, leerde er als een echte timmerman hoe ik met mijn handen kon werken en maakte er een echte werkbank, die nog steeds bij mijn zoon Stefaan staat.

Samen ook met mijn echtgenote trokken wij één dag van de week ons landje rond, zowel in het zuiden, oosten als het westen, op zoek naar een stukje betaalbare grond, om er ons huisje te bouwen. Na zeker een half jaar zoeken vonden we in Westvleteren een stukje grond, achter de tuin waar mijn echtgenote vroeger speelde, een verkaveling van 26 huizen, waar onze spaarcenten konden besteed worden! Ondertussen was ikzelf reeds bezig met het uitzoeken welke bouwwijze we zouden toepassen, hoe we alles zouden aanpakken, voorstellen nakijken en mee gaan helpen om een gebouw mee op te richten, we wilden eigenlijk een volledig natuurvriendelijke gebouw waar na verloop van tijd de bomen als vanzelf het ingestorte gebouw konden overnemen.

In 2007 kwamen we in Vleteren wonen, we vonden er direct onze thuis, en de Vleterenaars evenzo. De kozijn van mijn echtgenote, onze buur, kwam er al gouw achter dat ik nogal wat met de computer had uitgespookt op de KBC, en vroeg of ik dat ook in Westvleteren wou doen. Er was een plaatsje vrij als penningmeester in de kerkfabriek, en dat bleef ik tot mijn afscheid van Westvleteren. Ons moeder, die eveneens meekwam naar Westvleteren, kreeg goed bezoek van OKRA leden, zowel leden als de secretaresse van OKRA. Zij vroeg me terloops of ik met de computer kon werken, of dat niet lastig was, of ik het briefje van de afdeling kon printen en dan gaan kopiëren… Van het één kwam het ander, na één jaar zat ik mee aan de vergadertafel van het OKRA bestuur, na 2 jaar was ik secretaris, na 3 jaar penningmeester. Marier-Jaenne trok begin 2015 naar Oostende voor een tekencursus overdag, en kwam tevreden thuis, ze had een unieke plaats gevonden om te gaan kijken en eventueel te wonen. Kijken kost niets, was mijn gedacht, de volgende maal dat Marie-Jeanne naar Oostende trok, ging ik mee, vond dat ze gelijk had, maar misschien binnen 10 jaar. Op een appartement? In gans mijn leven heb ik 2 jaar op een appartement doorgebracht, goed voor later, nu zag ik toch liever een huis om in te leven. Marie-Jeanne gaf niet op, bleef zoeken, het 3de huis dat ze had gevonden beviel ons uitstekend, dat hebben we dan ook gekocht begin 2016.

Alhoewel we eveneens in Diksmuide, Poperinge, Ieper, hadden kunnen wonen, verkozen we toch de kust, en Bredene, om zijn toch wel gekende rustige omgeving en ligging, die we dan ook uitermate goed gevonden hebben.

Reeds in Hoevenen was de Wereldwinkel me gekend, zowel als vormsel catechist, als uit mijn interesse voor de goede koffie die er te vinden was. Stefaan wist ook die weg te vinden: in 2002 trad hij op met Oxfam Wereldwinkel in Stabroek, was er eveneens op zaterdag, hij werd “wijs”. De koffie, die we nu in de Colruyt haalden, was nog steeds dezelfde als deze die we in Stabroek, Ekeren, Lier gingen halen in de Wereldwinkel.  Plots vonden we geen koffie meer in de Colruyt in Bredene, ik ging op zoek en vond, in het Parochieblad, dat er een Wereldwinkel was, in Oostende. Na een kort bezoek en aankoop van onze goede koffie, stelde ik de vraag om vrijwilliger, die grif werd aangenomen, en sindsdien ben ik op donderdag de vaste vrijwilliger in de Vuurtoren wijk. Of ik nu hier of thuis in mijn boekje lees, maakt dat een verschil?

De Sociale Kruidenier startte in 2017 in Bredene dorp, vrijwilligers werden gevraagd voor kennismaking en nadien voor inzet. We werden vriendelijk onthaald, de inzet was voortreffelijk, we zijn nog steeds aan zet als en naast de kas. Het is gezellig om daar te kunnen optreden als persoon die de mensen die het niet al te breed hebben, te kunnen helpen, én die mensen aanvaarden ons. Als je vraagt welk groot verschil ik ervaar hier in Bredene en in het binnenland, dan zie ik zeker één groot verschil: de aandacht voor fietsers. Hoewel zeker die fietsvoorziening hier nog niet volledig is, doet zich toch steeds weer een voor fietsers voorzichtig voordeel uit. Auto’s stoppen voor fietsers, steeds weer, en of die fietsers nu voorrang hebben of niet, de fiets heeft voorrang. Dat moet ik nu nog steeds als een vriendelijke tegemoetkoming van vele automobilisten ervaren – sinds april van dit jaar trachten wij zonder auto te leven, wat ons tot nog toe goed lukt.

Een tweede verschilpuntje dat wij hier in Bredene opmerkten was de blijvende bereidheid vanuit de gemeente naar de inwoners toe, de vriendelijkheid die de gemeente ambtenaren, gemeentebestuur, burgervader naar zijn inwoners uitzenden. Ook als vrijwilliger in de Sociale Kruidenier viel me die uitermate gezellige toon steeds meer op, het is alsof hier elkeen voor de ander klaar staat, een klein verschil met wat ik in Antwerpen heb meegemaakt.

(Fred Mannaerts)