Dirk Decoene, organist in de kijker
Zonder muziek zou het leven een vergissing zijn (F. Nietzsche)
Op de dankviering in de Sint-Jozefskerk begeleidt Dirk de eerste communicanten op de piano. Achteraf spreekt een trouwe kerkganger mij aan en vraagt wie die man is die het klavier bespeelde. In 2017 werd Dirk in de bloemetjes gezet voor zijn 20 jaar inzet als organist en koorleider in onze federatie. Hoog tijd dus om de ‘stem’ achter het orgel nog eens op de voorgrond te laten treden. Het werd een fijne babbel op een zaterdagmorgen…
In het jaar 1968 ziet Dirk het levenslicht in Diksmuide en krijgt er meteen de liefde voor muziek met de paplepel mee. “Mijn vader speelde bugel in de harmonie van Esen,” start Dirk het gesprek. “Op zevenjarige leeftijd verhuizen we naar Gistel waar ik schoolloop en enige tijd later start in de plaatselijke muziekschool. De keuze voor trompet als instrument zal niemand dan ook verwonderen. Ik volg er de eerste drie jaar van de humaniora maar de keuze voor Latijn-Grieks noodzaakt mij ertoe om naar het College in Oostende te trekken. In de voetsporen van mijn vader treed ik toe tot het Jeugdmuziekkorps.”
In Gistel komt hij in ondertussen in contact met koster-organist Gerard Maertens en krijgt hij als jonge tiener de kans om het Sint-Godelievekoor te begeleiden op de trompet. “Ik ontdekte er het orgel en werd bekoord door dit imposante instrument en haar klankkleuren. Algauw krijg ik de toelating – én de sleutel van de kerk – om er in de avondlijke uren het klavier uit te testen. Als een bevriend muzikant-organist stagiairs zoekt om het orgel te bespelen, is mijn interesse dan ook gauw gewekt.”
Toch blijkt de liefde voor het koperwerk sterker, getuige zijn keuze om verder te studeren aan het Lemmensinstituut waar hij opteert voor de (tenor)trombone. “Deze artistieke keuze kwam er niet zonder slag of stoot. Hoewel ik de klassieke talen en de muziek een warm hart toedraag, had ik toen ook een sterke interesse in economie en speel ik even met het idee mij op deze studie toe te leggen. Maar het gebrek aan vooropleiding in de humaniora én de gedachte om in de dagelijkse mallemolen en drukte terecht te komen, doen mij uiteindelijk kiezen voor de artistieke richting, ‘weg van de sleur’.” Naast het blaasinstrument kiest Dirk als tweede instrument voor het klavier. “Ik zie mijzelf op dat moment, naast het les geven in een conservatorium, kamermuziek spelen in een (eigen) ensemble, op tournee gaan,…” Het zou enigszins anders verlopen…
“Na vijf jaar Lemmensinstituut moest ik uit noodzaak mijn trombone aan de kant te leggen en beslis ik, op aanraden, een overbruggingsjaar in te lassen. Het wordt een ‘Master in de culturele studies’ aan de universiteit van Leuven. Na dat jaar volgde ik nog een aanvullende opleiding bastrombone aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.” Tijdens zijn ganse studieperiode verleende Dirk ook zijn diensten als freelance trombonist in verschillende orkesten en projecten. Zijn liefde voor oude muziek en vocale ensembles brengt hem ook bij Peter Ledaine en het Orlandusensemble waar hij regelmatig te gast is.
Ondertussen kent niet alleen het manuaal maar ook het pedaal van het orgel voor hem geen geheimen meer en vervangt hij hier en daar organisten tijdens een viering. “Zo kom ik toevallig terecht in de Sint-Antoniuskerk ter vervanging van Paul Gunst. Op het moment dat de plaats als organist hier vacant wordt, twijfel ik geen moment om deze functie op te nemen en wordt er tevens dirigent van het Sint-Antoniuskoor, die toen al wekelijks de liturgie opluisterde.”
“Ondertussen leer ik mijn vrouw kennen en na ons huwelijk in 1999 verlaten we Gistel en komen we in Mariakerke wonen. Ik kon op dat moment ook aan de slag als koster-organist in de Sint-Theresiakerk – toen nog op het hammondorgel. Als Bald Wyntin voltijds les gaat geven, neem ik ook de orgelpartijen op mij in de kerk van ’t Sas.” Hij gaat muziekles geven in een secundaire school in Brugge, eerst in het ASO, later ook in het beroepsonderwijs. Ondertussen blijft hij freelance aan de slag als trombonist, onder meer in enkele hedendaagse muziekprojecten. Hij gaat in de leer bij Jean-Pierre Hautekiet en leert er verder de knepen van het (orgel)vak. Op een stukje grond in Bredene-Duinen wordt ondertussen hard gewerkt aan het droomhuis waar ze in 2003 hun intrek nemen.
“Hoewel ik het een paar jaar heb volgehouden, moet ik toegeven dat lesgeven aan studenten, die niet dezelfde (muzikale) passie delen, toch niet direct mijn ding was. Ik ben mij toen gaan bezinnen over de toekomst en beslis op een bepaald moment om het over een andere boeg te gooien. Ik ben mij gaan toeleggen op de cijfertjes en volg een cursus boekhouding.” Met deze kennis op zak werkt Dirk onder andere 7 jaar voor het Kunsttijdschrift Vlaanderen en kan als interimkracht aan de slag op de boekhoudingafdeling van Jet Air. “Ik koos ervoor om parttime te werken zodat ik nog kon ingaan op interessante voorstellen in de muziekwereld.” Maar nog is de honger niet gestild en Dirk gaat informatica bijstuderen. Dit levert hem een job op in een beveiligingsfirma dat hij een jaar volhoudt. “Uiteindelijk kreeg ik in september 2018 een aanbieding voor een vaste job (80%) bij de boekhoudkundige dienst van TUI, wat ik op zich wel graag doe. De keerzijde van de medaille is dat het muziekleven door gebrek aan tijd wel op een lager pitje komt te staan.” Hoewel Dirk nog regelmatig gecontacteerd wordt om ergens een muzikale bijdrage te leveren – en het soms moeilijk is om ‘nee’ te zeggen – moet hij keuzes maken en een evenwicht zoeken tussen het professionele en het gezinsleven. “Mijn vrouw werkt, als verpleegster in AZ Damiaan, op onregelmatige uren, ikzelf ben veel bezig met werken en studeren. In de informatica moet je bijblijven en ook de trombones smeken, naast de opgroeiende dochters (11 en 14 jaar), om aandacht. Ik moet er mij dus voor hoeden om, ondanks mijn voornemen, niet in een sleur terecht te komen. Gelukkig kan ik mijn muzikale hart luchten op de verschillende orgels in de federatie en kijk ik uit naar het bespelen van het Hooghuysorgel in de Sint-Theresiakerk.”
Is er naast dit alles nog tijd voor (andere) hobby’s? “Ik zou dringend wat meer moeten sporten en heb ook een sterke interesse in fotografie. Op een onbewaakt moment trek ik al eens mijn overall aan en sleutel eigenhandig aan mijn auto. Ik klus trouwens vrij graag, een gave die ik van thuis uit meekreeg. Het enige wat je mij niet moet vragen als muzikant is het steken van een ‘vals’ plafond,” lacht Dirk. Voorts is er de droom om zich meer toe te leggen op zijn voorliefde voor vocale muziek, specifiek het zingen, en leiden van een koor, met slechtziende of dementerende mensen. Er ontwikkelt zich op dat moment een gesprek over spiritualiteit, mindfulness en muziektherapie. “Op zich vind ik dat een actieve, hedendaagse koorwerking idealiter een warm nest kan zijn, met therapeutische kwaliteiten zonder per se therapeutisch te willen zijn. Ik maakte iets meer dan een jaar geleden een repetitie mee van een popkoor (en heb ook meegezongen die avond) – dat was overweldigend, plezant, ontspannend en ongewild ergens ook therapeutisch. Het niveau van het koor was hier ook natuurlijk deels reden van het plezier: zeer goed koor (niet uitmuntend, maar toch wel zeer goed), goede groep. Het zingen was een onbeschrijflijk rijke ervaring. En dat wil ik ook nog kunnen doorgeven aan anderen.” Meteen een zinvolle afsluiter van een aangenaam gesprek. Bedankt Dirk! (Johan)