Koninklijke Werkgroep Vuurtoren mag 50 kaarsjes uitblazen

Koninklijke Werkgroep Vuurtoren mag 50 kaarsjes uitblazen

16 juni 2021 Uit Door decaproen@hotmail.com

Toen in 1899 in Oostende een nieuwe parochie werd opgericht voor de kleine gemeenschap die op de oude Vuurtorenwijk woonde, werd deze toegewijd aan Antonius van Padua. Omdat de naamdag van deze typische “vissersheilige” ieder jaar gevierd wordt op 13 juni (de dag van zijn overlijden), vindt de jaarlijkse kermis van de wijk altijd plaats rond deze periode. Valt 13 juni toevallig op een zondag, dan is dat de kermiszondag, zoniet is het de eerste zondag na 13 juni. Dit jaar was er op kermiszondag niet veel te beleven, maar in normale jaren, wanneer corona geen roet in het eten gooit, bruist de wijk dan van leven. Sinds ongeveer een halve eeuw coördineert de Werkgroep Vuurtoren de feestelijkheden.

Werkgroep Vuurtoren
De Vuurtorenwijk werd lange tijd stiefmoederlijk behandeld door het stadsbestuur van Oostende. Alleen in verkiezingsperiodes toonden de politici enige interesse voor deze verre uithoek. Alle verkiezingsbeloften inzake wegenaanleg waren altijd vlug vergeten, zodat na iedere fikse regenbui de hele wijk telkens weer in één onoverzichtelijke modderpoel werd herschapen. Niet ten onrechte zongen daarom de Vuurtorenaars vóór de Tweede Wereldoorlog volgend spotliedje: “Moar je mag je nie reschieren, op die splinternieuwe wiek. Want je kan er nie passèren. Je moe voaren deur het sliek”

Dat veranderde eigenlijk pas toen Kamiel Dirickx deze calamiteiten niet langer kon aanzien. Deze oud-zeemachtofficier was geen geboren en getogen Vuurtorenaar, maar een ‘aangespoelde’ die al een hele tijd op de wijk woonde en er volledig ingeburgerd was. In maart 1970 startte hij met nog enkele enthousiastelingen de Werkgroep Vuurtoren, met als belangrijkste doel de dringendste problemen van de wijk op te lossen en de wijk beter aan zijn trekken te laten komen. Kamiel Dirickx werd meteen de eerste voorzitter van de Werkgroep en bleef dit tot hij in 1982 tot gemeenteraadslid werd verkozen.

Hij gaf toen de fakkel door aan Emiel Braeckman. Net als zijn voorganger was deze, hoewel niet van de Vuurtoren afkomstig, er goed ingeburgerd en vertrouwd met het wel en wee van de wijk, zodat hij met succes in de voetsporen van Kamiel Dirickx kon treden. Na amper vier jaar als voorzitter moest Emiel Braeckman zijn mandaat in 1986 neerleggen aangezien hij voor professionele redenen naar het buitenland diende te vertrekken. De bouwfirma waarvoor hij werkte stuurde hem naar het Midden-Oosten om er als ingenieur een bouwproject te leiden voor een periode van twee jaar.

Daarop werd André Delanghe, de directeur van het plaatselijk ASLK-kantoor, tot voorzitter van de Werkgroep verkozen. André Delanghe bleef aan het roer tot 2018. Emiel Braeckman werd toen opnieuw voorzitter. Het huidig bestuur bestaat verder nog uit Daniël Dekeyser als secretaris, Kamiel Dirickx als penningmeester, André Delanghe en Danny Desport als bestuursleden.

lees verder onder de afbeelding

Kamiel Dirickx, Emiel Braeckman en André Delanghe tijdens de huldiging van overleden zeelui in de Vissersmis (c) eigen foto

Koninklijke Werkgroep Vuurtoren
Vorig jaar bestond de Werkgroep Vuurtoren vijftig jaar, een verjaardag die door corona in mineur verliep. Toch was er alvast één lichtpuntje: sinds kort draagt de vereniging met trots de titel “Koninklijke Werkgroep Vuurtoren”. Deze koninklijke titel werd de vereniging toegekend omwille van die halve eeuw onafgebroken werk op de wijk.

Wij zetten voorzitter Emiel Braeckman op de ‘klapstoel’ om eens terug te blikken op de vele initiatieven van de Werkgroep.

Emiel Braeckman: “In 1970 verkeerde de infrastructuur van de Vuurtorenwijk in een erbarmelijke toestand. De oprichters van de werkgroep wilden hun steentje bijdragen om daaraan te verhelpen. Maar dat was niet de enige bestaansreden van de vereniging. Naast de materiële verbeteringen wilde de Werkgroep ook op een ander vlak de levenskwaliteit op de wijk bevorderen. Eén van de oprichters lanceerde het voorstel een vissersstoet te organiseren. De leden van de werkgroep sloegen de hand aan de ploeg en nog hetzelfde jaar ging de eerste visserstoet uit. Dat bleek meteen een schot in de roos. Het initiatief lokte veel volk, ook van buiten de wijk, zodat het niet bij dit ene stoet bleef. Er volgden nog acht succesvolle edities, eerst tweejaarlijks en de laatste twee stoeten na drie jaar, maar de organisatiekosten liepen zo hoog op dat de stoet van 1988 de laatste was.”

Het subsidiërende stadsbestuur zag de vissersstoet liever uitgaan in het toeristische centrum van de stad, herdoopte die tot “Ommegang” en stelde met lede ogen vast dat verandering niet altijd verbetering betekent: de vissersstoet behoorde tot het verleden.

lees verder onder de afbeelding

Vissersstoet in 1978 (c) eigen foto

Wijkkermis
De Werkgroep spande zich mettertijd ook in om meer allure te geven aan de wijkkermis. “Tot 1970 was de jaarlijkse wijkkermis in juni vooral een parochiale aangelegenheid waar de cafés van de wijk op inpikten met een bal, een kaartwedstrijd of een biljarttornooi, maar van enige samenhang was er geen sprake,“ herinnert Emiel zich. “De Werkgroep ging alle losse activiteiten van de parochie en van de diverse verenigingen en cafés bundelen en er verscheen na verloop van tijd een gezamenlijke kermisaffiche. Zo kwam er leven in de brouwerij. Er kwamen ook nieuwe, grootsere, projecten: vanaf 1981 organiseerde de handelaarsvereniging een braderie, er kwam een kruierswedstrijd op het strand, in 1984 hesen twee telescopische kranen het grootste tapijt ter wereld (een gigant van 600 m²) de lucht in, een rommelmarkt lokte veel volk. Er kwam ook een jaarlijkse verkiezing van Miss Opex en later kwam daar nog Mister Opex bij.”

Ook de – actieve of passieve – sportliefhebbers kwamen bij de Werkgroep aan hun trekken. “Naast veel andere sportwedstrijden organiseerden wij vroeger ook jaarlijks een of meer wielerwedstrijden,” vertelt Emiel. “Tussen 1974 en 1994 zowat een vijftigtal. Daaraan kwam echter een einde door de oplopende organisatiekosten en het uitblijven van voldoende sponsoring. Een ander succesvol sportief initiatief van de Werkgroep is de Vuurtorenloop, die in 2019 aan zijn 28ste editie toe was – en daarna speelde corona pretbederver. Deze wedstrijd begon als een kleinschalige stratenloop maar groeide uit tot een gevestigde waarde in het jaarlijkse Oostends Loopcriterium.”

Huldiging
De Werkgroep zette bij gelegenheid verdienstelijke wijkbewoners in het voetlicht. In 1980 werd Jeanne Jacobs, gekend als “Meetje van de Viertorre”, in de bloemetjes gezet bij haar 75e verjaardag. In 1994 was het de beurt aan zeiler Rudy Puystjens, teamgenoot van wereldzeiler Staf Versluys.

Emiel Braekman: “De Werkgroep levert ook ieder jaar zijn bijdrage aan de vissersmis op kermiszondag, meer bepaald tijdens de bloemenhulde aan het gedenkteken van de zeelieden van de parochie die “op zee gebleven” zijn.”

Maar net als vorig jaar werden de overleden zeelieden in 2021 niet herdacht tijdens de vissersmis. Corona! Er was evenmin een Vuurtorenloop, een avondmarkt, een rommelmarkt, een braderie…

Toch was er, ondanks alle virusellende, ook reden tot vieren: de Werkgroep mag zich voortaan Koninklijke Werkgroep noemen. Het bestuur van de vereniging richtte de vraag om de koninklijke titel te verwerven aan het kabinet van koning Filip en zo ging de wagen aan het rollen. “Er gaat heel wat administratie aan vooraf”, heeft Emiel ervaren. “Ze vragen honderduit over de vereniging, de samenstelling van het bestuur, de doelstellingen van de vereniging, een activiteitenverslag van de afgelopen vijf jaar, welke toekomstige projecten in de pijplijn steken. En vanzelfsprekend een officieel bewijs van het vijftigjarig bestaan.”

En de koning zag dat het goed was. De vele bestuursleden en vrijwilligers van de voorbije 50 jaar kunnen zich geapprecieerd voelen en moed scheppen om na een barslecht coronajaar opnieuw mooie evenementen te organiseren voor de wijkbewoners. “We zien de toekomst hoopvol tegemoet,” besluit Emiel. 
(Leo Coulier)

Er mag terecht geklonken worden op 50 jaar Werkgroep Vuurtoren (c) eigen foto