15 mei: Dag van de zorg – gesprek met Leen Belpaeme

15 mei: Dag van de zorg – gesprek met Leen Belpaeme

11 mei 2022 Uit Door decaproen@hotmail.com

Op 15 mei wordt in Vlaanderen en Brussel voor de elfde maal een ‘Dag van de zorg’ georganiseerd. Tal van ziekenhuizen, woonzorgcentra, kinderdagverblijven, voorzieningen voor personen met een beperking, dagverzorgingstehuizen, dienstencentra, thuiszorgwinkels … openen die dag hun deuren en bieden de geïnteresseerden een blik achter de schermen. Maar naast dit professionele zorgaanbod is er ook de ‘mantelzorg’: mensen die niet beroepsmatig, langdurig zorg verlenen aan een hulpbehoevende oudere, chronisch zieke of gehandicapte naaste. Leen Belpaeme uit Bredene is zo’n mantelzorger. Zij zat bij ons op de ‘klapstoel’.

Leen Belpaeme is beroepshalve journaliste, maar is naast haar dagtaak ook als mantelzorger actief. Zij groeide op in de Doornebilkstraat, in het stukje Bredens grondgebied dat dicht bij de Oostendse Sint-Antoniusparochie ligt. Zij doorliep de lagere school dan ook op de Vuurtorenwijk, in het college. Daarna volgde ze middelbaar onderwijs in Sint-Jozef, waarna ze journalistiek ging studeren aan de Arteveldehogeschool in Gent. Nog tijdens haar studies begon ze voor De Zeewacht te schrijven over de Vuurtorenwijk en voor Het Laatste Nieuws over de regio.

Leen Belpaeme: “Dat was de ideale leerschool om alles wat ik geleerd had op school in de praktijk om te zetten. Toen ik in januari 2009 mijn eerste teksten schreef, kon ik niet vermoeden dat de job me zo goed zou liggen. Ik ontmoet elke dag interessante mensen en ik werk in een regio waar je altijd een beetje op vakantie bent. Het begrip file ken ik dan ook voornamelijk van op de radio.”

Intussen levert zij nu ook bijdragen voor Citymagazine en als copywriter schrijft ze regelmatig teksten voor verschillende opdrachtgevers. Maar daarmee zit haar dagtaak er nog niet op.

Leen Belpaeme: “Naast journalist ben ik sinds 2014 ook mama van Floris. Even daarvóór, in 2013, was mijn echtgenoot Steve ernstig ziek geworden. Tot op vandaag kan geen enkele dokter ons een diagnose geven. Sindsdien ben ik dus ook “mantelzorger”, wat ik wel een vreemde term vind als je voor je echtgenoot zorgt. Ik vond en vind dat eigenlijk gewoon normaal. Je trouwt in goede en kwade dagen en ik wist heel goed waar ik aan begon. Alhoewel, misschien wist ik het niet. Maar dat maakt ook niet uit. Het is nooit bij me opgekomen dat het een keuze was. Als de man van je leven ziek wordt dan zijn er geen opties, dan help je hem toch gewoon?”

Niet vrijblijvend
Wanneer koos je ervoor om mantelzorger te worden? En wat houdt mantelzorg eigenlijk in?
Leen Belpaeme: “Mantelzorg is niet altijd een keuze, het overkomt je. De ziekte van Steve is er wel van de ene dag op de andere gekomen, maar de zorg is er in kleine subtiele laagjes bijgekomen. Dat gaat in kleine stukjes die altijd een beetje moeilijker gaan en kleine hulpmiddelen die er bij komen. Tot je bij een maatschappelijk werker zit die vraagt wat je allemaal doet voor je man om een erkenning te krijgen als mantelzorger en je beseft dat het allemaal samen redelijk veel is geworden. Enkel op zo’n moment begin je het te beseffen want tot dan toe was het de normaalste zaak van de wereld.”

Is mantelzorg dan een soort vrijwilligerswerk?
Leen Belpaeme: “Helermaal niet. Bij vrijwilligerswerk kan je immers kiezen hoeveel je doet en wanneer. Mantelzorg is niet vrijblijvend. Iemand rekent op je, elke dag opnieuw. Je kan geen dagje vrij nemen. Er zijn ondertussen wel manieren om er eens een dagje of zelfs een weekje uit te zijn voor sommige mantelzorgers, maar de zorgeloosheid is toch weg. Dat ervaar ik toch zo. Samen ontspannen is niet zorgeloos omdat je ziet hoeveel inspanning de ‘ontspanning’ vergt van Steve. Maar ook alleen op stap gaan met mijn zoontje Floris is nooit zorgeloos omdat je altijd met je gedachten thuis zit. Lukt het wel? Ben ik niets vergeten klaar te leggen? Er is het gemis, van beide kanten. Het besef dat we dit ook al weer niet samen kunnen beleven. Het schuldgevoel dat ik het wel kan doen. Als jonge dertigers en met een ziekte zonder diagnose komen er dan ook nog eens een heleboel levensvragen bij. Hoe zal ons leven eruit zien binnen tien jaar? Hoe zal Floris hiermee omgaan als hij ouder wordt? De ziekte heeft ons al heel wat dromen afgenomen, maar mag ik daar soms verdrietig om zijn? De gevolgen zijn voor Steve immers zoveel erger dan voor mij. Ik heb nog altijd mijn werk, een onschatbare meerwaarde in iemands leven. Pas als de mogelijkheden om te werken wegvallen, besef je hoe belangrijk het wel is om het wel nog te kunnen. Niet enkel de mogelijkheid om zelf je boterham te verdienen, maar de inhoudelijke meerwaarde om je leven zin te geven.”

Wij geven niet op
Enige tijd geleden begon Leen met een eigen blog, een soort online openbaar dagboek op een website. In deze blog “Wij geven niet op” deelt ze haar bedenkingen en ervaringen als mantelzorger. Waarom deze blog?
Leen Belpaeme: “Er zijn eigenlijk meerdere redenen. Aanvankelijk wilde ik onze eigen omgeving informeren over onze moeilijke zwerftocht doorheen de medische wereld. Later kwam daarbij dat ik mij wilde afzetten tegen het groot taboe dat nog altijd ligt op pijn en op wat de medische wereld ‘onverklaarde lichamelijke klachten’ noemt. Pijn heeft geen gezicht, pijn heeft geen grote mediacampagnes om het begrip te verhogen, dus probeer ik zelf al schrijvend het taboe te verkleinen. En toen kwam ook nog het besef dat Steve door de buitenwereld vooral aanzien wordt als die zieke persoon, die man in de rolstoel, de zieke echtgenoot van… Het is sowieso een grote frustratie van Steve dat steeds meer mensen in ons leven hem niet meer gekend hebben zoals hij vroeger was: de persoon die altijd doorzette, die bergen verzette, die alles kon herstellen, die soms het onmogelijke kreeg klaargespeeld. Zelfs onze eigen zoon zal die kant van zijn papa nooit kennen, alhoewel hij nog altijd tot het uiterste gaat op één van de weinige dagen vakantie die we samen delen. Zijn papa gaat tot het uiterste om te kunnen minigolfen samen of om te bowlen. Alleen is Floris nog te klein om in te zien hoeveel moeite zijn papa moet doen om zoiets simpels mee te doen en dat zonder zijn glimlach te verliezen.”

In de blog gaat het dus niet alleen over jouw eigen ervaringen?
Leen Belpaeme: “Mijn blog is ook een ode aan de nieuwe versie van mijn man. Ik wilde aanvankelijk iedereen laten kennis maken met hoe mijn man ooit was, maar dat is het verleden, terwijl ik eigenlijk nog meer bewondering heb voor deze man. Je ziet het immers niet buiten de muren van onze beperkte wereld, maar hij doet verdomd hard zijn best voor de mensen rondom hem. Het zit hem in heel veel kleine dingen. Hij geeft me altijd een duwtje in de rug net op dat moment dat ik het nodig heb. Niet fysiek, maar zelfs van op afstand weet hij wanneer ik dat duwtje kan gebruiken om uit mijn comfortzone te stappen. Hij vindt het vreselijk dat hij niet de actieve papa kan zijn voor Floris maar probeert hem toch heel wat levenslessen mee te geven zoals enkel papa’s dat kunnen. Over stoer doen, over je mannetje staan, maar evengoed over respect en liefde.”

Therapie
Leen Belpaeme: “Ik moet eerlijk zijn dat het voor mij soms ook een brokje therapie is om de blog te schrijven, net daarom dat de meeste teksten niet online komen. Ik schrijf dit verhaal weliswaar vanuit mijn oogpunt, ik schrijf dit verhaal vanuit het standpunt van de toeschouwer. Ik heb fysiek geen pijn. Mijn pijn schuilt enkel in het verlies van een ‘normaal’ leven met drietjes, mijn pijn schuilt in het zien hoe mijn geliefde moet afzien, mijn pijn schuilt in de machteloosheid dat ik daar niets aan kan veranderen. Die pijn stelt niets voor tegenover wat Steve moet meemaken, maar ik heb ondertussen geleerd dat ik het wel op tijd en stond een plaats moet geven. Dat ik tijd moet maken om het eens toe te laten. Dat ik dan even mag rouwen om het leven waar we samen van gedroomd hebben en dat ik dan weer verder kan. Doen alsof die pijn niet belangrijk is omdat het niets is in vergelijking met wat Steve zelf doormaakt, is geen goed plan. Vroeg of laat komt het dan toch naar de oppervlakte.”

Ondanks de tegenslagen die het leven soms in petto heeft blijft Leen met een positieve levensvisie tegen dit leven aankijken. Dat blijkt toch uit haar conclusie van ons gesprek: “Al 10 jaar delen we lief en leed. Een beetje meer leed dan ons lief is, maar meer dan genoeg lief(de) om het leed te verzachten. Nee, het gaat niet super met ons, maar wij proberen samen zo veel mogelijk te genieten. Soms lukt dat niet, maar de goeie momenten geven weer nieuwe brandstof om door te gaan. Als ik dus één tip mag geven in deze drukke wereld: vergeet niet te genieten van de liefde. Op het einde van de rit is dat de essentie van alles.”

Wie Leen wil blijven volgen kan terecht op haar blog:
https://leenstevefloris.wordpress.com/