Opgevist worden tot mensenvissers…

Opgevist worden tot mensenvissers…

7 september 2022 Uit Door decaproen@hotmail.com

Grondtoon 2022-2023 “De vreugde van het evangelie… op uw Woord”

“Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over”. Het zou een spreuk van BZN kunnen zijn, maar deze uitdrukking heeft wel degelijk een bijbelse oorsprong (bij Lucas 6,45). En ze past wonderwel bij het driejarig pastoraal traject rond missionaire geloofsgemeenschappen, waarvan we nu het tweede jaar ingaan. Hoe kunnen we als Kerk in onze samenleving in woord en daad getuigen van het evangelie, de goede boodschap van Jezus?

We herinneren ons de affiche met het lachende jongetje met de Bijbel in zijn hand waarmee we vorig werkjaar de aftrap gaven van dit driejarig project. Met ‘de vreugde van het evangelie’ lag het accent op wat het evangelie voor onszelf kan betekenen en hoe we dit met anderen kunnen/willen delen. We vonden het belangrijk om onder elkaar woorden te vinden om over ons geloof te spreken.

De vreugde van de verkondiging
In dit tweede jaar willen we vooral inzetten op ‘de vreugde van de verkondiging’. Hoe kunnen we als christenen getuigen van ons geloof? In zijn exhortatie ‘Evangelii Gaudium’ benadrukt paus Franciscus het belang aan iedereen het evangelie te verkondigen. Hij daagt ons uit om hierbij ook buiten de eigen comfortzone te gaan. “Ieder christen is missionaris in de mate dat hij de liefde van God en Christus heeft ontmoet. We zeggen niet meer dat we leerlingen en missionarissen zijn maar dat we altijd missionaire leerlingen zijn” (EG 120).

Affiche
We laten ons bij de grondtoon inspireren door hoe de eerste leerlingen die onmiddellijk nadat ze Jezus herkenden vol vreugde gingen verkondigen. Daarom kozen we voor onze affiche de roeping van een van zijn eerste leerlingen, namelijk Simon. Het begin van hoofdstuk 5 van het Lucasevangelie verhaalt een ingrijpend gebeuren. Laten we even kijken welke ervaringen Simon doorloopt.

In de 4 zeshoeken herkennen we het verhaal met dank aan Luc Blomme die de schilderijen maakte.
1/ De visser boet zijn netten en spoelt ze na een ontgoochelende vangst. Er komt plaats voor Jezus in de boot.
2/ Jezus treedt op de vissers toe en wil in de boot stappen. De vissers hebben de handen open als teken dat ze bereid zijn Jezus’ wil te doen. Simon krijgt een opdracht.
3/ Nadat ze Jezus’ opdracht vervuld hebben halen ze een wonderbaarlijke vangst op. God aan het werk doorheen Jezus en zijn mensen.
4/ De zending die Jezus geeft: op tocht gaan, met mensen op weg. Je bemerkt een witte figuur. Misschien mogen wij de witte figuur zijn die in een grote gemeenschap op weg wil gaan.

Simon Petrus, dé mensenvisser bij uitstek
Jezus roept hem op: ‘Jij en nog anderen zouden echt goeie mensenvissers kunnen worden, samen met mij. Mensen te leven vangen en mensen verzamelen in het vriendschapsnet van God, waar niemand door de mazen van het net valt. Zou jij dat willen?’ En iets in Petrus zegt ja… ik ga achter die Jezus aan.

Veel later, met Pinksteren, zitten ze met een klein groepje bang bijeen in de bovenzaal. En dan gebeurt het: ze ervaren een kracht, een dynamiek die hen naar buiten drijft, zijn Geest, zo had Hij beloofd en sindsdien kunnen ze niet meer zwijgen over wat ze gezien en gehoord hebben.

In woord en daad getuigen
Ook wij zijn Jezus’ leerlingen in een tijd waarin dit niet evident is. Maar we mogen het zijn. Eerst ons hart laten vollopen van die goede, van die blijde boodschap. In de eucharistie, in de catechese, in het gebed – wat wil God ons vandaag zeggen doorheen Zijn woord – en er ook proberen naar te handelen. Daarna in woord en daad getuigen van waar ons hart vol van is, met daden maar ook met woorden. ‘Als niemand Christus verkondigt, hoe kan men dan in Christus geloven?’, schrijft Paulus. Net zoals Petrus is ook Paulus opgevist door Jezus en heeft hij de opdracht gekregen hem aan de volkeren bekend te maken. Beiden hebben een roeping om te verkondigen, om de boodschap van Christus te doen kennen.

Delen wat we kostbaar vinden
Het woord ‘missionair’ doet ons ongetwijfeld denken aan de vele missionarissen, zendelingen, mannen en vrouwen die het verhaal van Jezus aan iedereen op de hele wereld bekend willen maken. Je zou het vandaag kunnen verwoorden als mensen die wegtrekken uit hun comfortzone en Jezus brengen naar wie er het meeste nood aan heeft. En dit staat ver van de karikatuur van ‘zieltjes winnen’ of ‘ons geloof aan anderen opdringen’. Het gaat over willen delen van wat we zelf als mooi en kostbaar ervaren.

Getuigen van ons geloof
Waarom zouden ook wij hier, vandaag, niet een beetje missionaris mogen zijn, naar buiten treden en het goede nieuws verkondigen aan iedereen: in onze buurt, in onze straat, in de dagelijkse ontmoetingen met mensen die vervreemd zijn geraakt of onbekend met de Blijde Boodschap. Niet om te overtuigen, maar gewoon om te zijn wie we zijn, om iets uit te stralen van die Liefde van God. Welke wegen zien we om mensen vandaag te bereiken die niet of nog niet met het evangelie vertrouwd zijn? Hoe kunnen we kinderen, jongeren en volwassenen die leerling willen worden, inleiden en inwijden in het christelijk geloof. Een opdracht voor dit werkjaar. Ons persoonlijk getuigenis speelt hierin alvast een cruciale rol.

Op uw woord
Op uw woord, omdat u het zegt, zal ik het doen! Kijk naar Jezus. Luister naar zijn woorden. Sluit ze in je hart. En durf te getuigen, te vertellen over je geloof. ‘Zonder onze getuigenis, zonder het verhaal dat we verder vertellen, is het heel moeilijk dat nieuwkomers de bron vinden’, zo gaf Marc Steen nog mee op de dank- en impulsavond in juni.

Tijdens de vieringen van 24 en 25 september wordt het jaarthema in de kijker geplaatst en wordt de gebedskaart, met gebeden van de hand van Jan Parmentier, verspreid.
(Johan Vervaeke)