Bredense CD&V-senioren naar de Moezel

Bredense CD&V-senioren naar de Moezel

28 juni 2019 Uit Door decaproen@hotmail.com

Nog voor de eerste haan begon te kraaien, stapten de Bredense CD&V-Senioren enkele weken terug de bus op richting Moezelstreek. Het was duidelijk geen bus met luidruchtige voetbalhooligans. De senioren soesden liever nog wat na bij het prille ochtendgloren. Pas toen de zakjes met boterkoeken ritselden, kwamen alle tongen los. De rit verliep voorspoedig. Afgezien van een korte stop in Luxemburg voor de middaglunch, was onze eerste halte Saarburg. Dat kleine idyllische stadje aan de Saar dankt zijn naam aan de burcht die al sinds de tiende eeuw hoog boven het landschap uit troont. Vandaag rest alleen nog een ruïne. Velen verkenden de omgeving, maar minstens evenveel anderen nestelden zich op één van de erg gezellige terrasjes vlakbij de waterval, waar een zijriviertje van de Saar, de Leuk (spreek uit: ‘loik’), twintig meter naar beneden stort.

Na een gezamenlijke smulpartij met de ‘Original Saarburger Apfelstrudel’ wachtte ons een minder prettige verrassing. Onze bus kon niet meer starten. Het werd even spannend. Toen dat maar bleef duren, besloten we ons opnieuw op één van de vele knusse terrasjes neer te vlijen en nog een drankje te bestellen. Met smaak hebben wij er echter niet van kunnen nippen, want de bevrijdende boodschap dat de bus weer oké was, kwam vrijwel samen met het opdienen van de drank. Het mankement had blijkbaar niets te maken met een falen van de motor, maar wel met een technologisch snufje dat verhinderde te starten als de deuren niet voor honderd procent gesloten waren. ’t Is maar een weet. Met wat vertraging kwamen wij aan in ons Weingutshotel in Wintrich aan de boorden van de Moezel. Een mooi en gezellig hotel met ruime kamers én een uitgeweken Vlaming als hotelbaas.

In de ochtend van de tweede dag bracht een boot ons tussen steile wijngaardhellingen naar Bernkastel, het toeristisch wel bekende stadje aan de Moezel.  We kuierden er door smalle steegjes en genoten van de talloze prachtige vakwerkhuizen. En alsof dat alles nog niet mooi genoeg was, lieten we ons even later in Kirschweiler nog verleiden door verrukkelijke edelstenen, zeldzame mineralen en betoverende sieraden. De meeste getrouwde mannen maakten zich snel uit de voeten. Ze waren er echter wel nog bij toen chef Thomas in een nagebouwd oud atelier toonde hoe in zijn overgrootvaders tijd edelstenen gewonnen en geslepen werden. Het was zwaar labeur. Daartegenover leek ons de moderne slijperij van zoon Christopher een makkie.
De avond voorspelde minder hard werk. Ons hotel vergastte ons immers op een wijnproeverij met wijn van eigen bodem. De wijnen werden gul geschonken en er stond geen emmertje bij om de godendrank uit te spuwen. Sommige slechte slapers verzekerden ons dat zij die nacht boormachines in ons hotel aan het werk gehoord hadden.

Toen kwam de derde en laatste dag van ons reisje. Onze bus werd volgeladen niet alleen met onze persoonlijke bagage, maar ook met stapels kartonnen dozen met aangekochte Moezelwijn. De wijnproeverij was duidelijk geen verlieslatend evenement. We reden naar Trier, samen met Worms de oudste stad van Duitsland. Een Nederlandssprekende gids stapte mee op de bus en vertelde honderduit over de geschiedenis en ontwikkeling van de stad, de belangrijkste bezienswaardigheden, de merkwaardige inwijking vanuit Luxemburg, enz.
We hadden er honger van gekregen. In de ruime kelders van de Weinstube Kesselstadt kregen we heel wat lekkers, meer dan we op konden. In elk geval stonden we weer sterk om elk op eigen houtje de prachtige binnenstad te verkennen. En dat was meer dan de moeite waard. We stonden in bewondering voor de Domkerk en voor de Basiliek van Constantijn, allebei gebouwd in de 4e eeuw na Christus, d.i. nog ruim 100 jaar na de bouw van de stadspoort ‘Porta Nigra’. Ook het in rococostijl gebouwde Paleis van Trier met zijn prachtige groene tuin kon ons bekoren. Om maar niet te spreken over de flamboyante winkelstraten met schitterende vakwerkhuizen. Voor elk wat wils dus.

Maar aan alles komt een einde. De hele reis lang hadden wij de zon met ons mee. Toen we huiswaarts op de bus stapten, begonnen zich in de verte zwarte wolken op te stapelen. We waren nog maar net over de grens met Luxemburg of het begon water te gieten. Maar toen kon ons dat niet meer deren. Iedereen was content en trok met mooie herinneringen naar huis. Met dank aan reisleider Guy Tordeurs die deze reis tot in de puntjes perfect organiseerde.