Tweede zondag van de advent – Huis van barmhartigheid

Tweede zondag van de advent – Huis van barmhartigheid

2 december 2020 Uit Door decaproen@hotmail.com

De Bijbellezingen in de advent zetten ons op weg om op zoek te gaan naar het huis van God, de wereld zoals God hem droomt, waar Hij zich thuis voelt. Elke week vertellen de lezingen wat dit betekent en hoe we ons kunnen voorbereiden op Kerstmis. De vier huizen die we ontdekken bereiden ons voor om God een plaats te geven in ons leven.

Advent en Welzijnszorg zijn sterk met elkaar verbonden. We belichten enkele thema’s uit de campagne ‘Wonen: onbetaalbaar? Onaanvaardbaar’. We gingen ook in gesprek met enkele mensen uit onze Welzijnsschakel De Caproen in Bredene en vroegen om getuigenissen rond deze problematiek. We nodigen jullie tenslotte uit tot concrete inzet.

‘Als een herder zal Hij zijn schapen weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de schapen met zachte hand geleiden.”’ (Jes. 40,11)

Vorige week kreeg Gods gerechtigheid een accent; vandaag zouden we Gods barmhartigheid centraal kunnen zetten. Bij Jesaja zien we een God die medelijden heeft met zijn volk in ballingschap. Hij moet de mensen troosten en hen weer hoop geven. Ongerechtigheid wordt vergeven. We zien een barmhartige God, die bij ons, mensen, wil komen wonen. Wij moeten ervoor zorgen dat God makkelijk kan komen. Niets mag Zijn komst in de weg staan. Daarvoor moeten heuvels afgegraven worden en dalen opgehoogd, telkens weer opnieuw. Er komt iemand die zal heersen. Uw God is op komst … enerzijds met kracht, maar anderzijds ‘zacht en teder’, zo behoedzaam als een herder met zijn schapen omgaat: met zachte hand, de kleintjes, de zwaksten aan zijn boezem!

‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’ (Mc. 1,3)

In de woestijn – te midden het chaotische, stressvolle leven van toen (de ballingschap – de Romeinse overheersing) en wellicht ook van vandaag – komt een figuur de catwalk op – gekleed in een kameelharen mantel, een lederen gordel om zijn lenden – een lichaam door de natuur gevormd, eiwitrijke insecten etend en wilde honing… Het lijkt wel een ecologisch verantwoorde alternatieveling, een klimaatjongere avant la lettre. Hij roept : “Jullie moeten anders gaan leven, jullie leven moet een andere richting uit. Het oude moet weggewassen.”

En de mensen stromen toe, ze weten dat het anders moet. Er komt iemand die u zal dopen met heilige Geest … met vuur en creativiteit, met enthousiasme, met geduld en vertrouwen, met alles wat nodig is om een goed mens te zijn. Dat is de weg die Johannes wijst. De weg van vergeving, bekering, gedoopt worden met Gods Geest, een leven leiden zoals God het bedoelde en Jezus het ons voorleefde, een leven van samenhorigheid, solidariteit, barmhartigheid. Deze weg noemen we ‘de weg naar het beloofde land’, naar ‘het rijk Gods’. Dat beloofde land en de weg er naar toe is voor iedereen toegankelijk – ook voor mensen die fouten maken. Gods barmhartigheid is immers altijd groter. Hij wil niets liever dan dat we gelukkig zijn, dat we allemaal gelukkig zijn.

Menswaardig leven
Deze advent vraagt Welzijnszorg aandacht te geven aan de woonsituatie van kwetsbare mensen. Onder het thema ‘Onbetaalbaar’ richten we onze blik op goed en veilig wonen. Om de hoge woonkost te vermijden of omdat er simpelweg geen andere optie is, aanvaarden mensen in armoede noodgedwongen woningen met een slechte kwaliteit of woningen die niet gepast zijn voor de gezinssituatie. Deze slechte kwaliteit van heel wat woningen baart zorgen. Het heeft een impact op de fysieke en psychische gezondheid van wie er woont. Uit onderzoek blijkt dat de staat van ‘sociale’ woningen de laatste jaren iets verbeterd is, maar deze op de private markt bedroevend is. Veel van die ‘goedkope’ woningen vertonen nog steeds ernstige gebreken, zoals insijpelend vocht dat leidt tot schimmel, de stabiliteit van de woning, gebrekkige verwarming, geen isolatie, enz. Dit heeft o.a. hogere energiekosten als gevolg of leidt tot ziekte. Zo blijft er weer te weinig over voor andere basisbehoeften. Een straatje zonder eind.

“Hebben jullie donsdekens voor ons? Op onze slaapkamers is geen verwarming en er is nog geen dubbele beglazing. Als mama slaap ik wel met een extra trui. Maar het doet pijn als mijn kleine kinderen zeggen dat ze het koud hebben in hun bed.”

Vaak durven mensen in armoede niet (meer) te klagen uit angst voor mogelijke gevolgen. Ze weten immers dat er weinig alternatieven zijn. Een andere, betere woning is niet makkelijk te vinden. Zo ontstaat een afhankelijkheidsrelatie tussen huurder en verhuurder en blijven kwaliteitsproblemen onopgelost. De realiteit is nu eenmaal dat het alternatief voor een slechte of onaangepaste woning helemaal geen woning is.

“De huisbaas beloofde ons om de aanwezige gebreken van ons appartement te herstellen alvorens de verhuis zou plaatsvinden. Tijdens de twee jaar dat we er wonen is er nog steeds niets veranderd. Intussen is onze leefsituatie onhoudbaar geworden. De badkamer met lavabo en douche kunnen we niet meer gebruiken. De geur van schimmel en riool (‘t putje’) beneemt ons de adem. Beiden hebben we een longaandoening. We hebben het recht om de huisbaas met een aangetekend schrijven te vragen de werken hoogdringend uit te voeren. Maar de angst dat hij onze woonst onbewoonbaar laat verklaren houdt ons tegen om onze rechten op te nemen.”

Te klein wonen is een andere zorg. Overbezetting heeft een zware impact op de gezinsdynamiek. Volwassenen en kinderen hebben geen privacy of ruimte voor schoolwerk. Tijdens de lockdown veroorzaakte het verplicht thuis blijven extra spanning en stress bij veel kwetsbare gezinnen. Dit leidde tot een toename van geweld in gezinnen of tussen partners. Ook kinderen waren in veel gevallen het slachtoffer van geweld, verwaarlozing of misbruik. Ongeveer 1 op 5 mensen woont in een te kleine woning. Dat is onaanvaardbaar.

Herderlijke zorg
Welzijnszorg roept al meer dan 50 jaar op tot herderlijke, solidaire zorg voor mensen in armoede. Zij hebben onze aandacht nodig, onze zachte kracht. In woorden, maar meer nog in daden. Zo handelen betekent voor allen dat beloofde land dichter bij brengen, de weg effenen opdat het zou kunnen komen. God kan overal gebeuren waar we barmhartig zijn en oog hebben voor wie hulp nodig heeft. Zoals een herder oog heeft voor al zijn schapen, zo worden wij opgeroepen om ook oog te hebben voor kwetsbare mensen en mededogen te hebben voor wie het moeilijk heeft.

Roepen in de woestijn
Niemand van ons ontkomt
aan pijn en verdriet.
Ons leven verloopt niet
langs mooi gebaande wegen.
Het is soms droog en dor,
zonder richting of perspectief.
De horizon verandert in
een bedrieglijke fata morgana.
Er wordt ons soms
een schijnwerkelijkheid voor gehouden,
broos en breekbaar als een zeepbel.
Er is nauwelijks tijd om te rusten aan een oase
om op adem
en om op nieuwe krachten te komen.

In die woestijn van ons leven
staan profeten op,
mensen met het verhaal
‘van een nieuwe aarde’ in hun hoofd.
Ze roepen op om nieuwe wegen te banen,
wegen naar God, wegen naar elkaar.
Ze blijven roepen om recht en vrede,
om menselijk leven voor iedereen.
Ze schreeuwen het uit,
dat de Blijde Boodschap van Jezus
eindelijk moet beginnen.
Ze zijn ons een wegwijzer
in het leven van elke dag,
een baken van licht en liefde
in onze woestijn,
een belofte dat de woestijn
eens zal bloeien
en veranderen in een ‘beloofd land’.
(Wim Holterman osfs)

Jesaja roept ons op om wat on-recht is – krom, scheefgetrokken – recht te trekken (c) Unsplash – Gilles Desjardins